Asbest is een gesteente dat voorkomt in de natuur. Het bestaat uit microscopisch kleine vezels. Er bestaan verschillende soorten asbest, die onderverdeeld worden in serpentijnen en amfibolen. Serpentijn-asbest heeft gekrulde vezels, de vezels van amfibool-asbest hebben de vorm van staafjes en zijn gevaarlijker.
De soorten asbest worden van elkaar onderscheiden op basis van kleur. Witte asbest (chrysotiel), een serpentijn, is het meest gebruikt in allerlei toepassingen. In België bijvoorbeeld gaat het bij ongeveer 87 % van de aangetroffen asbest om witte asbest (chrysotiel). Asbest uit de groep van amfibolen, zoals blauwe asbest (crocidoliet) en bruine asbest (amosiet), zijn minder frequent gebruikt.
Tremoliet
Het mineraal tremoliet is een calcium-magnesium-inosilicaat. Het kleurloze, witte, bruine of lichtgroene tremoliet heeft een glas- tot parelglans en een witte streepkleur.
Anthophylliet
Het witte, groengrijze of groene anthofylliet heeft een glas- tot parelglans en een grijze streepkleur.
Amosiet
Het mineraal staat bekend als de grijsbruine variant van asbest en een in de industrie algemeen gebruikt synoniem van gruneriet dat voor het eerst gebruikt werd door Hall. Het amosiet beschreven door Peacock is een vezelachtig actinoliet of cummingtoniet.
Chrysotiel
Het mineraal chrysotiel is verreweg de meest toegepaste vorm van asbest, waarvan zes soorten bestaan. In de tijd dat asbest nog een veelgebruikte grondstof was, was dit mineraal verantwoordelijk voor zo’n 98% van de wereldproductie. Het is de enige soort asbest met een vezelvorm van serpentijn, met de samenstelling Mg3(Si2O5)(OH)4. Het wordt wel witte asbest genoemd.
Crocidoliet
Het mineraal crocidoliet is de gevaarlijkste, donkerblauwe vorm van asbest en wordt ook wel blauwe asbest genoemd. Het is een vorm van het amfibole mineraal riebeckiet. Het vertegenwoordigt maar zo’n 4% van alle verwerkte asbest. Crocidoliet is het bekendst als spuitasbest, de gevaarlijkste vorm van asbest vanwege de zeer lage gebondenheid en de hoge concentratie.